Herkomst

Basenji of een Afrikaanse boshond genoemd, is een van de oudste honden.

De geschiedenis van het ras heeft ongeveer 5000 jaar, de regio van herkomst is Centraal-Afrika. In het oude Egypte werden deze honden als geschenk aan de farao's gebracht, die de Basenji enorm respecteerden en ze als een levende charme beschouwden. Dit wordt bewezen door de aan de muur gemonteerde afbeeldingen van de Basenji in de graven van de farao's, evenals de gevonden mummies van honden die samen met hun grote meesters met eer werden begraven.


In het thuisland van de Basenji in Congo, Zuid-Soedan, worden honden van dit ras gebruikt als een gedreven jachthond voor klein wild en worden ze zeer gewaardeerd om hun uitstekende jachtkwaliteiten. Een jager die meerdere honden van dit ras heeft, wordt als een zeer rijk persoon beschouwd.


Na 5000 jaar is dit ras nog steeds in dezelfde favoriet en onderscheidt het zich van andere honden. De vraag is waarom? Feit is dat dit een ongewone hond is.


Om te beginnen hebben ze tientallen namen: Afrikaanse zwijgzame, Congolese bushhond, boshond uit Congo, Congo Terrier, Nyam-Nyam-Terrier, Zande Dog, 'schepsel uit het struikgewas', Afrikaanse blafloze hond, enz.

Die namen onthullen gedeeltelijk de kenmerken en geschiedenis.


De Basenji werden beroemd omdat ze niet konden blaffen, hoewel ze hun gevoelens perfect uitdrukken met andere geluiden. In plaats van te blaffen, maken honden eigenaardige geluiden die lijken op gerommel, maar je kunt ze alleen horen als de hond opgewonden is. Ze zouden duizenden jaren getraind zijn om zonder stem te jagen. Wanneer ze met deze honden communiceren, verbazen hun ogen, zintuigen en mysterieus. In dit opzicht zijn er volgens een van hen veel legendes, eens Basenji wist hoe hij moest praten, en eens een van hen een heel belangrijk geheim van zijn meester leerde, maar, bang om iemand te vertellen, zweeg hij voor altijd, en alleen zijn ogen spraken er welsprekend over dat de hond weet wat verborgen is onder mysterie.

Ook een kenmerk van het ras zijn voorhoofdrimpels en een (strak) gekrulde staart. Honden van dit ras wassen zich vaak met hun poten, zoals katten.

De Basenji heeft nog steeds een aantal kenmerken behouden die inherent zijn aan wilde dieren. Teven van dit ras komen één keer per jaar uit, voornamelijk in de herfst-winterperiode, wat duidt op een sterke binding met de seizoen fokkerij in Afrika. Teven hebben, zoals je zou verwachten, geen verloskundige hulp nodig. Puppy's zijn nestblijvers, hoewel er maar weinig nestjes zijn.

Zij werden niet gefokt met de hulp van mensen, dit ras ontwikkelde zich op zichzelf dankzij natuurlijke selectie. Als gevolg hiervan zijn het gezonde honden met een goede immuniteit, onverschrokken en zelfverzekerd. En het uiterlijk van het ras is gedurende de hele tijd van het bestaan ​​van de Basenji vrijwel niet veranderd.


Onlangs worden Basenji steeds populairder. Dat vind ik niet zo gek. Een middelgrote kortharige hond, met een aangenaam aristocratisch uiterlijk en een attente, slimme uitstraling.

Velen voelen zich aangetrokken tot het feit dat Basenji niet blaft. Het is waar, maar denk niet dat een hond zonder blaf stil, bescheiden en onzichtbaar is. Basenji is een primitief natuurlijk ras dat al lange tijd bestaat zonder menselijke controle. En nu, in het thuisland Basenji, in Afrika, is er niets veranderd in hun leven.


Basenji zijn onafhankelijk, zelfverzekerd en geneigd om hun relatie met een persoon op te bouwen op basis van wederzijds vertrouwen, begrip en wederzijdse toestemming.

Vanuit Congo naar 'de rest van de wereld' inclusief Nederland

Honderden jaren later ontdekte een Europese ontdekkingsreiziger de Basenji en bracht in 1895 een broedpaar naar Engeland. Het ras werd tentoongesteld op de Crufts hondenshow als Afrikaanse bushhonden, maar het paar dat daar werd getoond stierf kort na de show aan een hondenziekte. Extra Basenji's werden naar Engeland gebracht en ook naar Amerika.

In 1936 bracht Olivia Burn samen met haar man een bezoek aan Belgisch Kongo en vond daar opvallend waarachtige Basenji ‘s. Ze bracht uitstekende exemplaren terug naar Engeland, wat de grondslag werd van het moderne ras. Ze exposeerde haar Basenji op Crufts in 1937 en was al geregistreerd bij en erkend door de Kennel Club (Engeland). Haar Basenji zorgde ervoor dat de politie werd geroepen om de menigte onder controle te houden.

Het ras Basenji bereikte zijn hoogtepunt in 2001, toen een Basenji de Best in Show won op de Crufts World Dog Show. De huidige Basenji is niet erg populair, maar heeft een fanatieke steun van degenen die er fan van zijn.

In 1953 werden de eerste twee Basenji's geïmporteerd vanuit Engeland door Jonkheer Van Sandbergh uit Wassenaar. Dit was de rood/witte reu ”Orange Pip of The Congo ” (Black Jinn of The Congo x Coctail of The Congo) geboren 20-1-1952 en gefokt door mrs. Veronica Tudor-Williams en mr. en mrs. H. Keegan en het rood/witte teefje ”Mintoes of The Congo” (Ch. Alderney of Thomastown x Ch. Mint Julep of
The Congo) geboren 21-12-1951 en gefokt door mrs. Veronice Tudor-Williams.

Op 7 januari 1954 fokte C. Sandbergh- de Vlieger het eerste Nederlandse nestje Basenji's onder de kennenaam ”v.d. Vrije Blick” te weten vier rood/witte teefjes uit de bovenstaande importhonden. Deze combinatie werd herhaald met de geboorte van vijf rood/witte pups te weten twee reutjes en drie teefjes op 27 november 1954. "Orange Pip of The Congo” behaalde de titel Winner 1954 en het teefje ”Mintoes of the Congo” werd Jeugdwinster 1953 en Winster 1954.

Sindsdien zijn er divers aantal fokkers in Nederland (geweest) die zich inzetten voor dit bijzondere ras.